Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom
Op travvou Kenny Van Laere
Sinds enkele weken hebben mannen in fluo een staatsgreep gepleegd in ons eigenste Zeel. In een aantal belangrijke straten wordt er gegraven dat het een lieve lust is en worden er nieuwe kabels aan de ondergrond toevertrouwd. Grondwerken zijn een vertrouwd beeld in ons Vlaanderen, zeker in Zele, de bakermat van vele firma’s die zich daarin specialiseerden. Frans Gebuur, Fiel Nies, De Meuke, Roger Van Hecke… vormden een begrip in Zele en verschaften aan heel wat mensen een broodwinning. Hij werkt ‘op travvou’ is een uitdrukking die ook geboekstaafd staat in ‘De Gruete Zilsen Dieksjonneier’. Mij leek het dus meer dan de moeite eens te babbelen met één van die ‘travvoumannen’. Mannen met een verhaal dat echter nooit in the picture komt. Ver moest ik niet zoeken want zelf was ik enkele weken geleden één van de gelukkigen wiens voetpad werd opgebroken. Ik vond vrij snel een 'slachtoffer': Kenny Van Laere. Op een middag tijdens ’t schof kwam hij bij mij thuis voor een babbel.
|
Kenny is geen grondwerker met een getaande huid van het werk in weer en wind. Nee, hij moet nog 25 worden. In Durmen is hij geboren en getogen en hij woont er nog altijd graag. Zijn schoolcarrière was niet direct een succesverhaal, zegt hij zelf. Na de lagere school in Durmen liep hij tot het derde middelbaar school in het Pius X-instituut. In de afdeling mechanische technieken was hij niet geslaagd en daarom koos hij voor deeltijds werken in de fabriek van Dierickxs-Visschers. Drie dagen werken en twee dagen naar school. Dat laatste zinde hem niet echt. Ik heb er bitter weinig geleerd, vertelt hij. Ge moest er zijn, meer niet.
Op zijn achttiende had hij genoeg van het fabriek en toen een ploegbaas van Renika hem vroeg of hij geen zin had om op ‘travvou’ te komen werken, heeft hij niet lang moeten nadenken. Hij was pas achttien toen hij mee trok. In die zeven jaar dat hij er nu werkt heeft hij zowat alle jobkes gedaan. Eerst spitter, dan achter de kraan om te kijken of deze niks stuktrekt, vervolgens kraanman en het laatste jaar heeft hij een opleiding gekregen als lasser voor gasbuizen. Een ganse week opleiding in Brussel. Theorie en praktijk met aan het einde een examen. Ze waren met acht man gestart, twee zijn er geslaagd waaronder hij. Kenny heeft nu die vergunning voor een jaar en wil hij dan verder buizen lassen, moet hij weer een examen afleggen. Gewoonlijk starten ze om zeven uur met het werk. Om negen uur leggen ze voor een kwartiertje de riem eraf om dan om kwart over negen verder te werken tot de klok van twaalven. Om halfeen vliegen ze er terug in en om kwart voor vier leggen ze het bijltje erbij neer. Soms gebeurt het dat ze iets langer werken als iets dringend is of als een bepaalde klus echt moet geklaard zijn. Veiligheid, toegankelijkheid van de huizen… het speelt allemaal mee. In vergelijking met vroeger jaren gebeurt er nu veel machinaal maar vaak komt er nog heel wat handwerk bij kijken. De buizen die hij moet plaatsen en lassen hebben een diameter van 110, 160 of 200 mm. Zo’n buis weegt makkelijk 100 kg en dat pak je toch zo maar niet op. Af en toe is het wel zwaar, het werk. |
Wat Kenny de voordelen vindt van het beroep. Na drie jaar fabrieksarbeid weet hij het werk in open lucht meer dan te waarderen. Het is een pak zwaarder dan op ’t fabriek maar je hebt een zekere vrijheid en vooral het werken in een vaste ploeg vindt hij positief. Ik heb de ploeg waarin Kenny werkt, bezig gezien. Mannen die weten van aanpakken, doorwerken, soms overleggen maar met een teamspirit die duidelijk merkbaar is. Het grote nadeel is het weer. We kennen allemaal dat verhaaltje van het mooiste beroep: schoolmister in de zomer en grondwerker in de winter. De werkelijkheid is wel anders. Regen, koude en wind zijn vaak een dagdagelijkse realiteit waar wij als buitenstaanders geen rekening mee houden. Echt uitvriezen doen ze pas als het al enkele dagen achter elkaar overdag vriest. Dit jaar was het een uitzonderlijke winter. Na de twee weken kerstvakantie, zijn ze nog eens twee weken thuis moeten blijven omdat het zo hard vroor. Dat is echt uitzonderlijk, vertelt onze Mens van bij ons. In die zeven jaar heb ik dat nog nooit meegemaakt. Kenny herinnert zich nog goed hoe hij startte als travvouman. Als je de eerste week overleeft, dan ben je vertrokken, zeiden ze hem. Het was een week van bleinen op zijn handen, van spieren die protesteerden maar hij zette door en hij heeft het overleefd. |
Grondwerken is vaak een noodzakelijk kwaad. Mensen zien hen graag komen maar nog veel liever vertrekken. Als ze ’s morgens ergens aan bellen om mee te delen dat ze het voetpad gaan openbreken, krijgen ze vaak onmiddellijk de vraag wanneer alles weer gaat dichtliggen. Toch scheert Kenny de mensen niet allemaal over dezelfde kam. Sommigen hebben wel respect voor hun werk, anderen sluiten hun tuinslang aan zodat ze zich in de zomer af en toe kunnen verfrissen. Zalig is dat, zegt Kenny, als het meer dan 30 graden in de zon is.
Grondwerken is ook niet ongevaarlijk. Elektriciteit, gas, hoogspanning, het zit allemaal onder de grond en met de regelmaat van de klok lezen we in de krant over ongelukken bij het graven in de grond. Het is echt niet van gevaar ontbloot, verduidelijkt Kenny, en vertelt afgetrokken aansluitingskabels, hoogspanning die geraakt werd en waar de vlam eruit schoot. Af en toe gebeurt het ook dat iemand zwaar gekwetst wordt of invalide is voor de rest van zijn leven. Einde maart was er nog een ernstig ongeval op de Kouter. Een kraanman rukt per ongeluk een gasaansluiting af, springt van zijn kraan en komt polshoogte nemen met een sigaret in de mond. Een steekvlam komt in het aangezicht terecht van een collega met als gevolg brandwonden van de eerste en tweede graad… |
Het feit dat Kenny in die zeven jaren nog niet veranderd is, zegt wel iets over de sfeer bij Renika, het bedrijf waar hij voor werkt. Werken moet je overal doen, is Kenny van mening, maar ik ben tevreden waar ik nu ben. Iedere vrijdag drinken we een pintje na ’t werk en de mooiste avond is altijd wanneer de congé begint. Dan durven ze wel eens serieus blijven hangen. Ieder jaar is er ook een nieuwjaarsdiner in De Notendijk waarop den baas, Jean-Marie De Schepper, al zijn werknemers trakteert. Soms is er in de zomer nog een barbecue. Bij Renika werkt momenteel een 60 man waarvan er ongeveer 35 op ‘travvou’ werken. Over zijn baas is hij best te spreken. Als hij je kan helpen, doet ie het. Je kan er eigenlijk niks aan misvragen.
En naast die dagelijkse job? Kenny woont alleen in een huisje in Durmen. Fier zegt hij dat hij al zeven jaar zelfstandig zijn plan trekt. Sinds een jaar is hij terug vrijgezel en dat bevalt hem best. Zijn leukste hobby is fietsen. Op zondagmorgen spreekt hij af met een vijftal vrienden om samen een 70 à 80 kilometer te bollen aan een gemiddelde van 26-27 kilometer. Na die ontspanning wordt er dan nagekaart bij een trappistje…
En dan ontwaakt de maandag en is het weer vroeg dag…
Bedankt Kenny, voor dat halfuurtje schof waarin je me jouw verhaal vertelde. Een verhaal uit een voor mij andere, onbekende wereld van mannen wiens werk voor velen een noodzakelijk kwaad is, ik zeg enkel chapeau !
mark
31.03.2010
Dit interview kan je ook afdrukken.
pdf - Op travvou - Kenny Van Laere
Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.
Reacties en suggesties zijn altijd welkom !